Raadsvergadering

De heer Klaassen heeft verzocht de agendapunten 10 en 11 om te draaien, waardoor eerst De Nieuwe Koepel fase I en II als punt 10 wordt behandeld en vervolgens Bestemmingsplan Dorpsstraat-Vijverlaan als agendapunt 11.
De agenda is met deze wijziging vastgesteld.

De besluitenlijst is ongewijzigd vastgesteld.

De ingekomen stukkenlijst is, inclusief behandelvoorstellen, vastgesteld.

1. Het stedenbouwkundig kader De Nieuwe Koepel als basis te gebruiken voor de inwonerparticipatie.
2. Af te wijken van de prioritering in de Notitie ontwikkelstrategie en gebiedsontwikkeling De Nieuwe Koepel (voorheen ’t Voort) uit te breiden met fase II.
3. Vóór de kadernota van 2023 en in ieder geval ruim vóór het vaststellen van het bestemmingsplan voor De Nieuwe Koepel de raad kaders te laten vaststellen middels een raadsvoorstel met betrekking tot onder andere:
   a. Het realiseren en behouden van betaalbare woningen; waarbij onder andere gedacht kan worden aan het toepassen van maatregelen zoals zelfbewoningsplicht (aantal jaren, boete, kettingbeding in koopaannemingsovereenkomst), meerwaardeclausule, kopen met korting (voor starters), inclusief het onderzoeken van koopgarantwoningen naar het voorbeeld van Barneveld en in overleg met Woonstede of een andere coöperatie dit te realiseren.
   b. Het maximum aantal woningen zodat teveel verdichting voorkomen wordt.
   c. Gewenste aantallen per woningtype.
   d. Het mogelijk aanwenden van (een deel van) de door de raad ter beschikking gestelde 1 miljoen euro ten behoeve van het realiseren van starterswoningen ter compensatie van de lagere opbrengst van de onderliggende gronden.
   e. Het vastleggen van de verkoopprijzen van alle typen woningen en indexatie toe te passen volgens NVM index regio en daarbij gebruik te maken van een onderverdeling in segmenten zoals ‘Koop duur’, ‘Koop midden’, ‘Starters’ etc.
   f. De kosten voor onderzoeken die hiervoor nodig zijn ten laste te brengen van de grondexploitatie van De Nieuwe Koepel.
4. Ruim voor het vaststellen van het bestemmingsplan van project De Nieuwe Koepel én minimaal 1 raadscyclus voor het vaststellen van de Kadernota 2023-2026 een voorstel in de raad te brengen voor de ontsluiting van Scherpenzeel Zuid en de daaruit volgende verkeerssituatie in het Centrum en daarbij in ieder geval de volgende kaders te hanteren:
   a. ontsluiting van Zuid (inclusief de nieuw te ontwikkelen woningen) zo veel mogelijk oplossen via bestaande wegen, waarbij wegaanpassingen nodig zullen zijn;
   b. de centrumroute behandelen als het belangrijkste knelpunt hierbij;
   c. de wensen rondom de reeds bestaande verkeerssituatie (betere doorstroom, veiliger voor fietsers en voetgangers) en de toekomstige ontwikkelingen rond de nieuwe supermarkt aan de Vijverlaan meenemen in een nieuw verkeerscirculatieplan voor het centrum;
   d. extra parkeerplaatsen creëren langs de centrumroute voor de winkels;
   e. de mogelijkheid voor éénrichtingsverkeer tussen het oude gemeentehuis en De Witte Holevoet in het voorstel meenemen;
   f. een gedegen verkeersplan voor dit gedeelte van het centrum, waarbij substantiële kosten (enkele miljoenen) zullen moeten worden gemaakt, nauwkeurig uitwerken tot een oplossing voor de lange termijn;
   g. de volledige financiële dekking van de kosten van voorbereiding en uitvoering in het voorstel opnemen en ten laste brengen van de grondexploitatie van De Nieuwe Koepel en/of uit de reserve grondexploitatie.
5. In te stemmen met de 5e herziening grondexploitatie De Nieuwe Koepel.

1. De nadere duiding van de gewenste ambtelijke samenwerking, zoals beschreven in de Samenwerkingsstrategie, te bekrachtigen.

1. Mevrouw F.T. van de Vlierd en de heer J. Scheltinga eervol ontslag te verlenen per 21 april 2021 als lid van de rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand;
2. Mevrouw J.T. Versteegh en de heer J.C.T.M. Doorakkers met ingang van 21 april 2021 te benoemen tot lid van de rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand.

1. Er naar te streven om te beslissen binnen een termijn van maximaal vier (4) weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4 eerste lid van de wet, heeft plaatsgevonden.
2. Wanneer deze termijn niet haalbaar is wegens het feit dat de administratie van de hulp vragende onvoldoende op orde is, daarvan aan betrokkene met redenen omkleed kennis te geven en een termijn van maximaal acht (8) weken in acht te nemen,